De Gouden Driehoek staat symbool voor de relatie tussen planten-licht-macronutriënten-micronutriënten met in de top licht. Het is niet voor niets dat de factor licht in de top staat : de hoeveelheid licht bepaald namelijk de behoefte en de opnamesnelheid van een plant met betrekking tot voedingsstoffen. Het is duidelijk dat bij erg veel licht de plant harder wil groeien en dus meer voedingsstoffen kan verbuiken dan in matig verlichte aquaria. Natuurlijk hangt de behoefte ook af van het soort planten : echte snelgroeiende waterplanten zoals Vallisneria sp. kunnen veel meer nitraat en fosfaat opnemen dan zogenaamde traaggroeiende niet-echte waterplanten (moerasplanten) zoals Anubias sp.
Planten hebben behoefte aan alle voedingsstoffen. Dat betekent dat gezonde groei zonder algen alleen goed mogelijk is als aan alle voorwaarden voldaan is : licht-CO2-N-P-K etc. Missen er elementen, dan zal de groei gaan haperen of zelfs stoppen.
Als de groei hapert, dan worden processen niet afgemaakt en zullen planten suikers gaan âÂÂlekkenâÂÂ. Juist deze suikers activeren algsporen en algen om te gaan groeien. Algen zijn veel minder gevoelig voor het tekort aan of het ontbreken van een voedingsstof en het is dus juist zaak om alle elementen uit de Gouden Driehoek aan te bieden om (alg)problemen te voorkomen.
Nieuwe inzichten leert ons dat nitraat en fosfaat geen reden zijn voor algvorming. Juist een gebrek aan deze macro-elementen leidt tot algvorming door ook weer het lekken van suikers uit de plant. Natuurlijk geeft een erg hoog gehalte aan fosfaat (>2,0 mg/l) wel algproblemen, maar een waarde van 0,5 - 2,0 mg/l PO4 is acceptabel en geen reden tot algvorming.
Normaal gesproken wordt de plant voorzien van N en P door het voeren van vissen of afvalstoffen. Echter bij weinig vissen, spaarzaam voeren of veel planten en licht, kan er juist een tekort ontstaan aan deze macro-elementen.
Veel mensen sturen het gehalte aan NO3-PO4 via de Redfield-ratio (Google eens op Redfield-ratio!) om een tekort op te heffen. De Redfield-ratio is de ratio tussen C-N-P, in de verhouding 105-16:1. In de praktijk gebruiken we de verhouding tussen N en P (16 : 1) en vertalen we dat grofweg naar de waterwaarden nitraat en fosfaat.
Met inbreng van extra nitraat (Easy-Life Nitro) en fosfaat (Easy-Life Fosfo) kan de juiste verhouding worden bereikt en wordt een tekort voorkomen.
Een gebrek aan koolstof (meestal in de vorm van CO2) is idem schuldig aan algvorming en slechte plantengroei. Ook dan hapert het assimilatieproces en worden er weer suikers en andere stoffen gevormd die vrijkomen en algen activeren. Het is dus belangrijk om te zorgen voor voldoende koolstof. Zeker bij een goed belicht aquarium met snelgroeiende planten kan de behoefte groot zijn. CO2 uit een gasfles of vloeibare koolstof uit Easycarbo is vaak noodzakelijk om problemen te voorkomen.
Licht is de aandrijfveer van de assimilatie en bepaald a) behoefte b) opnamesnelheid.
Met name de invloed van licht op de opnamesnelheid is belangrijk : Bij veel licht zal de plant meer en vooral sneller voedingsstoffen willen opnemen. De aanvoer van voedingsstoffen kan bij veel licht te traag gaan verlopen en de interne buffers raken leeg. Op dit cruciale moment worden voedingsstoffen steeds meer uit het water opgenomen en neemt de vraag sterk toe.
Easy Life
Merk: | Easy Life |
Model: | Nitro-250 |
Beschikbaarheid: | Op voorraad |
De Gouden Driehoek staat symbool voor de relatie tussen planten-licht-macronutriënten-micronutriënten met in de top licht. Het is niet voor niets dat de factor licht in de top staat : de hoeveelheid licht bepaald namelijk de behoefte en de opnamesnelheid van een plant met betrekking tot voedingsstoffen. Het is duidelijk dat bij erg veel licht de plant harder wil groeien en dus meer voedingsstoffen kan verbuiken dan in matig verlichte aquaria. Natuurlijk hangt de behoefte ook af van het soort planten : echte snelgroeiende waterplanten zoals Vallisneria sp. kunnen veel meer nitraat en fosfaat opnemen dan zogenaamde traaggroeiende niet-echte waterplanten (moerasplanten) zoals Anubias sp.
Planten hebben behoefte aan alle voedingsstoffen. Dat betekent dat gezonde groei zonder algen alleen goed mogelijk is als aan alle voorwaarden voldaan is : licht-CO2-N-P-K etc. Missen er elementen, dan zal de groei gaan haperen of zelfs stoppen.
Als de groei hapert, dan worden processen niet afgemaakt en zullen planten suikers gaan âÂÂlekkenâÂÂ. Juist deze suikers activeren algsporen en algen om te gaan groeien. Algen zijn veel minder gevoelig voor het tekort aan of het ontbreken van een voedingsstof en het is dus juist zaak om alle elementen uit de Gouden Driehoek aan te bieden om (alg)problemen te voorkomen.
Nieuwe inzichten leert ons dat nitraat en fosfaat geen reden zijn voor algvorming. Juist een gebrek aan deze macro-elementen leidt tot algvorming door ook weer het lekken van suikers uit de plant. Natuurlijk geeft een erg hoog gehalte aan fosfaat (>2,0 mg/l) wel algproblemen, maar een waarde van 0,5 - 2,0 mg/l PO4 is acceptabel en geen reden tot algvorming.
Normaal gesproken wordt de plant voorzien van N en P door het voeren van vissen of afvalstoffen. Echter bij weinig vissen, spaarzaam voeren of veel planten en licht, kan er juist een tekort ontstaan aan deze macro-elementen.
Veel mensen sturen het gehalte aan NO3-PO4 via de Redfield-ratio (Google eens op Redfield-ratio!) om een tekort op te heffen. De Redfield-ratio is de ratio tussen C-N-P, in de verhouding 105-16:1. In de praktijk gebruiken we de verhouding tussen N en P (16 : 1) en vertalen we dat grofweg naar de waterwaarden nitraat en fosfaat.
Met inbreng van extra nitraat (Easy-Life Nitro) en fosfaat (Easy-Life Fosfo) kan de juiste verhouding worden bereikt en wordt een tekort voorkomen.
Een gebrek aan koolstof (meestal in de vorm van CO2) is idem schuldig aan algvorming en slechte plantengroei. Ook dan hapert het assimilatieproces en worden er weer suikers en andere stoffen gevormd die vrijkomen en algen activeren. Het is dus belangrijk om te zorgen voor voldoende koolstof. Zeker bij een goed belicht aquarium met snelgroeiende planten kan de behoefte groot zijn. CO2 uit een gasfles of vloeibare koolstof uit Easycarbo is vaak noodzakelijk om problemen te voorkomen.
Licht is de aandrijfveer van de assimilatie en bepaald a) behoefte b) opnamesnelheid.
Met name de invloed van licht op de opnamesnelheid is belangrijk : Bij veel licht zal de plant meer en vooral sneller voedingsstoffen willen opnemen. De aanvoer van voedingsstoffen kan bij veel licht te traag gaan verlopen en de interne buffers raken leeg. Op dit cruciale moment worden voedingsstoffen steeds meer uit het water opgenomen en neemt de vraag sterk toe.